Spelling
Elke week verwachten we van je dat je :
- Je oefeningen in je werkschrift Spelling netjes afwerkt
- Je woordpakket 2 keer schrijft
- Oefent voor je dictee
Ook voor de voorbereiding van je dictee kan je kiezen voor Bingel.
Op Bingel vind je voor elk woordpakket oefeningen en oefendictees met woorden uit het woordpakket maar ook met transferwoorden (woorden die lijken op woorden uit het woordpakket).
Per jaar krijg je 5 controledictees. Bingel bereidt je hier ook op voor met grotere oefendictees. Na een controledictee kijk je in je circustent of er oefeningen Spelling voor jou klaarstaan. Deze oefeningen worden klaargezet om je te helpen bij de moeilijkheden die je had bij je dictee.
- SPELLING: Woordpakket 1.Herhaling.
- SPELLING: Woordpakket 2. Verdubbelen.
- SPELLING: Woordpakket 3: Verenkelen.
- Woordpakket 4: Verenkelen of verdubbelen.
- Woordpakket 5: Andere klank.
- SPELLING: Woordpakket 6.
- SPELLING: Woordpakket 7
- SPELLING: Woordpakket 8
- SPELLING: Woordpakket 9
- SPELLING: Woordpakket 10
- SPELLING: Woordpakket 11
- SPELLING: Woordpakket 12
- SPELLING: Woordpakket 13
- SPELLING: Woordpakket 14
- SPELLING: Woordpakket 15
- SPELLING: Woordpakket 16
- SPELLING: Woordpakket 17
- SPELLING: Woordpakket 18
- SPELLING: Woordpakket 19
- SPELLING: Woordpakket 20
- SPELLING: Woordpakket 21
- SPELLING: Woordpakket 22
- SPELLING: Woordpakket 23
- Woordpakket 24
- SPELLING: Woordpakket 25
- SPELLING: Woordpakket 26
- SPELLING: Woordpakket 27
- SPELLING: Woordpakket 28